Vaktherapie en autisme
Mensen met autisme ervaren op een eigen manier in meer of mindere mate beperkingen en problemen. Taal is voor mensen met een ASS (Autisme Spectrum Stoornis) vaak moeilijk. Om die reden is vaktherapie bij uitstek geschikt. Vaktherapie is een verzamelnaam voor een hele serie therapievormen. Het zijn allemaal therapieën waarbij het ‘praten’ minder belangrijk is. Het gaat hier veel meer om het ‘doen’ en het ‘ervaren’. Leren door te doen en door zelf te ervaren. Dat is de kern.
Binnen het behandelcentrum Lore worden zes verschillende vormen van vaktherapie aangeboden, namelijk: dans-, muziek- drama-, spel-, psychomotorische en beeldende therapie. ‘’Welke vorm het beste geschikt is, bekijken en bespreken we per cliënt. Dat ligt aan de sociaal emotionele ontwikkeling, de hulpvraag en de affiniteit die de cliënt heeft met de betreffende vorm”, vertellen Sophie en Annemiek, vaktherapeuten binnen Lore.
Een praktijkvoorbeeld
“Autisme is niet de vraag of het probleem waarmee mensen bij ons komen, het gaat om het achterliggende probleem’’, aldus Annemieke.
‘’Zo kwam recent Lisa* via een ambulante hulpverlener van ons terecht. Haar moeder krijgt ondersteuning bij de opvoeding en de hulpverlening zag dat er meer nodig was. Lisa (12 jaar) had een zeer negatief zelfbeeld. Ze had geen vriendinnen en vaak het gevoel dat ze werd gepest of uitgelachen. Na overleg met een gedragswetenschapper is diagnostiek gestart. Het onderzoek wees uit dat ze autisme heeft. Lisa was erg opgelucht, want nu had ze eindelijk duidelijkheid. We zijn vervolgens met rollenspellen gaan oefenen. Ze heeft zo haar eigen emoties leren (her)kennen, ervaren hoe wederkerigheid werkt en bovendien een positiever zelfbeeld gekregen doordat ze positieve ervaringen opdeed. Uiteindelijk deed zij, samen met mij, op school haar verhaal en heeft zij aan haar klasgenoten uitgelegd hoe zij de wereld ervaart. Het mooie was dat de klas heel zorgzaam reageerde. Maar het allermooiste is dat Lisa vriendinnen heeft gekregen. En daarmee hebben we de therapie succesvol kunnen afsluiten.”
Vaktherapie is voor jong en oud. “Waar bij pubers zoals Lisa vaak dramatherapie wordt ingezet, kiezen we bij hele jonge kinderen of mensen met een lage ontwikkelingsleeftijd vaker voor muziektherapie“, vertelt Sophie. “Waar taal vaak niet begrepen wordt, is muziek juist heel concreet. Muziek biedt structuur, het vult de tijd. Zo begin en eindig ik de therapie altijd met een vast liedje als ritueel, zodat door herkenning veiligheid ervaren kan worden. Muziek is heel geschikt om contact en reactie uit te lokken. Bekende kinderliedjes waarbij een stukje weggelaten wordt, kunnen oogcontact of een simpel woordje uitlokken, samen trommelen stimuleert wederkerigheid en gedeeld plezier. Muzikaal kan precies daar aangesloten worden waar ontwikkeling gewenst is. Wanneer er vervolgens binnen de therapie succeservaringen worden opgedaan, wordt dit natuurlijk gedeeld met de omgeving, om samen te kijken hoe ook buiten de therapie het geleerde toegepast kan worden.”
*vanuit privacy gebruiken we hier een fictieve naam bij een echt verhaal.